header
Wallisgids.nl

Over Wallis

Landschap
Bevolking
Taal
Godsdienst
Flora en Fauna
Mineralen
Economie

Landschap


Wallis heeft een oppervlakte van 5225 km² en is in grootte het derde kanton van Zwitserland. Het kanton strekt zich uit vanaf de Rhônegletsjer in het oosten, waar de jonge Rhône begint, tot aan het meer van Genève, waar de rivier in uitmondt. In het Duits heet de Rhône Rotten, en in het Walliserduits Rottu. Onderweg wordt de wassende rivier gevoed door het water uit maar liefst 51 zijdalen, waarvan meer dan de helft niet anders dan te voet toegankelijk is. fotoWie de Rhône volgt vanaf zijn oorsprong tot aan de monding in het meer van Genève, en zo dus heel Wallis doorkruist, legt 164 km af. De rivier verliest daarbij zo'n 1500 meter hoogte. Het grootste gedeelte van de loop van de Rhône is in de 19e eeuw gekanaliseerd; daarmee is een einde gekomen aan de veelvuldige overstromingen, die vroeger vaak de gehele bodem van het dal onder water konden zetten. Om de waterloop te beheersen zijn ook de bisses of suonen aangelegd, dat zijn de waterleidingen die men in heel Wallis aantreft. Deze kanalen waren noodzakelijk om het bergwater, dat van grote hoogte komt, niet direct het dal in te laten verdwijnen. De zijdalen aan de noordkant zijn vrij kort (met uitzondering van het Lötschental), terwijl de zuidelijke zijdalen 20 à 30 km lang zijn. Wallis wordt aan de noordkant begrensd door de Berner Alpen, en aan de zuidkant liggen de Walliser Alpen, die doorlopen naar Italië en Frankrijk. De Alpen in Wallis worden ook wel eens de Penninische Alpen genoemd. De grens met Italië is in totaal 200 km lang; die met Frankrijk 90 km. Natuurlijk bepalen de bergen het landschappelijk decor. We tellen 51 toppen boven de 4000 m, de zogenaamde vierduizenders. De eeuwige sneeuw begint al veel lager, en zorgt ervoor dat ook de ontelbare drieduizenders zo'n alpinistisch aanzien hebben. De Dufourspitze, onderdeel van het Monte-Rosamassief bij Zermatt, is met 4634 m het hoogste punt van Zwitserland. Andere hoge toppen zijn de Dom (4545 m), Weisshorn (4506 m), Matterhorn (4478 m) en de Dent Blanche (4357 m). De Aletschgletsjer is met een lengte van 23,6 km de langste gletsjer van Europa. Dit gebied werd onlangs door de Unesco als werelderfgoed uitgeroepen. Van de totale oppervlakte van Wallis wordt maar liefst 18 procent ingenomen door gletsjers. Sinds 1987 constateert men een sterke jaarlijkse teruggang van de gletsjers van gemiddeld 9 m. Uitschieters waren enkele gletsjers bij Saas-Fee, waaronder de Allalingletsjer, die in sommige jaren zelfs 40 m kromp. Klimatologen volgen nauwgezet de ontwikkelingen van de gletsjers, omdat daarmee voorspellingen zijn te doen voor de klimaatsontwikkelingen.

De vele bergen en dalen maken een goede infrastructuur kostbaar. Er is maar één open toegang in het noordwesten bij het meer van Genève, de overige toegangswegen lopen door tunnels of over passen. Het kanton is opgedeeld in 13 districten (Bezirke) die ieder een eigen ster in het Walliser wapen hebben.

Bevolking


Het aandeel van de Wallisers aan de totale Zwitserse bevolking is gering: ruim 3 procent, dat zijn 253000 Wallisers op 6,7 miljoen Zwitsers. Een vergelijking: er wonen in de stad Utrecht ongeveer net zo veel mensen als in heel Wallis. Absoluut gezien heeft Wallis een bevolkingsdichtheid van 48 inwoners per km², maar aangezien van de totale oppervlakte van het kanton 50 procent ongeschikt is voor wonen of ander gebruik, ligt dit aantal relatief 2 keer zo hoog. De landelijke bevolkingsdichtheid bedraagt 162 inwoners per km² Van de totale bevolking is 10 procent niet-Zwitser. Een kwart van deze circa 20000 buitenlanders heeft een tijdelijke werkvergunning. De bevolking is verdeeld over 163 gemeenten. Sion is de grootste gemeente met 26000 inwoners; de kleinste gemeente is Martisberg met 20 inwoners. In vergelijking met de rest van Zwitserland blijkt Wallis een hoger aantal jongeren tot 19 jaar te hebben. Het geboorteoverschot bedraagt 5,9 procent, en de bevolking neemt nog steeds toe.

Taal


Zwitserland heeft vier officiële talen: Duits, Frans, Italiaans en het Rhaeto-Romaans, een taal die direct afkomstig is van het Latijn. De Duitse taal wordt in Zwitserland met een aantal eigen dialecten gesproken; het Schweizerdeutsch verschilt per gebied. Wie de Duitse taal beheerst zal toch moeite hebben met het verstaan van Schweizerdeutsch; iedereen in het Duitstalige gebied spreekt echter ook Hochdeutsch. Wallis kent twee talen: Frans in het westen en Duits in het oosten. Van de bevolking is 60 procent Franstalig en 32 procent Duitstalig. De taalgrens ligt tussen Sierre en Leuk-Stadt, om precies te zijn bij het riviertje Raspille.

Godsdienst


De rooms-katholieke kerk is sterk vertegenwoordigd. Van de totale bevolking is 93 procent bij deze kerk aangesloten (Zwitserland landelijk: 43,6 procent), terwijl slechts 5 procent van de bevolking protestant is. Sion is bisschopszetel. Het kerkelijk leven speelt een belangrijke rol, ook in het dagelijks leven. Er zal geen koe na het winterse verblijf in een stal de alp opgaan, of zij is gezegend. Het katholieke geloof heeft ook geleid tot de vele kerken en kleine kapellen die men in heel Wallis tegenkomt.

Flora en fauna


In het voorjaar dienen zich als eerste de tere bloempjes van de Soldanella aan, die zich op de alpenweiden dwars door de laatste sneeuwlaag heendringen. Het is het begin van een prachtig bloemenseizoen, dat door veel toeristen als belangrijkste trekpleister van Wallis wordt beschouwd. In de maanden mei en juni bloeien de diepblauwe gentianen nog op de hellingen tussen de 1200 en 1600 m; daarna komen de bloemen op de hogergelegen gebieden volop in bloei.

Het klimaat in Wallis zorgt voor een uitzonderlijke vegetatie. Door de invloed van de zon en de daarmee gepaard gaande warmte ligt de boomgrens soms pas boven de 2000 m, terwijl elders in Europa al boven de 1800 m geen bomen meer groeien. Naarmate men hoger in het gebergte komt, neemt echter de begroeiing af. Logisch, wanneer men bedenkt dat de gemiddelde julitemperatuur op 4000 m hoogte –9 °C bedraagt.

Het Zwitsers Instituut voor Natuurbescherming heeft ervoor gezorgd dat in Wallis een groot aantal bloemen en planten beschermd is. Dat betekent dat het verboden is om zulke bloemen of planten te plukken of uit te graven. Beschermd zijn onder andere de roze bergcyclaam en de blauwe alpen-akelei. Diverse leliesoorten mogen ook niet worden geplukt, en hetzelfde geldt voor verschillende orchideeën die op de alpenweiden kunnen bloeien.fotoOverbekend is uiteraard ook de edelweiss, maar dat plantje is inmiddels zo zeldzaam geworden dat bijna niemand het nog in het wild kan ontdekken. Ook de alpenroosjes (familie van onze azalea) zijn beschermd, net als de Männertreu, een dieprood naar vanille geurend bloempje, dat zo wordt genoemd omdat het bijna direct uitvalt als het onverhoopt tóch wordt geplukt. Wat een licht werpt op degene die de naam verzon. Op rotsige bodem gedijen tientallen verschillende soorten vetplanten en mossen.

Op de eindeloze alpenweiden groeien kruiden als tijm, kummel en venkel. Deze planten zijn vaak bepalend voor de sterk geurende alpenlucht die wandelaars bijna altijd op hun tocht begeleidt. Niet beschermd maar wel vermeldenswaard is ook de gele wolverlei (Arnica montana), een plant van zo'n 50 cm hoogte, die vaak wordt gebruikt om de pijn bij verstuikingen of kneuzingen te verlichten. Het wrijven met een enkele bloem op een kneuzing kan na korte tijd al verlichting bieden, maar meer soelaas biedt een brouwsel van kokend water met enkele fijngemaakte bloemen dat minimaal een kwartier heeft kunnen trekken. Hierin kunnen kompressen worden gedrenkt.

Het Zwitserse instituut voor Natuurbescherming heeft sinds 1976 een uniek bezoekerscentrum op de Riederalp (Villa Cassel), waar jaarlijks duizenden bezoekers komen. Deze villa werd in het begin van de 20e eeuw gebouwd, en Churchill heeft er zijn vakantie doorgebracht. Volgens zijn zeggen sliep hij er als een Murmeltier, en voelde hij zich er zo gezond als nooit tevoren. De Murmeltiere van Churchill zijn de specifieke alpenmarmotten, die overal in Wallis voorkomen, maar vooral in het Aletschwald. Ze leven in kolonies in zeer uitgebreide holenstelsels. Hun winterslaap duurt van oktober tot april. Andere dieren zijn natuurlijk de gemzen en de steenbokken, die over het algemeen boven de boomgrens leven en uitstekende klimmers en springers zijn. Hun voedsel bestaat uit grassen, mossen, dennenaalden, twijgen en boomschors. Gedurende de wintermaanden komen ze vaak wat lager, om zo in hun voedselbehoefte te kunnen voorzien. Interessant is dan om in de sneeuw de diersporen te kunnen waarnemen.

In de typische Walliser fauna moeten natuurlijk ook de Sint Bernhardshonden worden genoemd, die op de gelijknamige pas kunnen worden bezichtigd, en de zwarte Ehringer koeien, die vooral voorkomen in het Val d'Anniviers. Wallis kent voorts een aantal roofvogels, waaronder de steenarend, de vale gier en de oehoe. Een bekend beeld vormen ook de grote zwermen alpenkraaien (Dohlen), die 's zomers op grote hoogte leven en 's winters met veel gekraai hun heil zoeken rondom hotels en vakantiehuisjes in de hoop er iets van hun gading te kunnen vinden.

Mineralen


Wallis kent veel vindplaatsen van interessante gesteenten. Bekende namen zijn bergkristal, amethist en pyriet. Het Binntal (bij Fiesch) is voor mineralogen een interessant gebied.

Economie


Wallis is niet het rijkste kanton van Zwitserland. U komt er ‘maar’ zo’n 750 miljonairs tegen, dat is slechts een half procentje van de bevolking. In heel Zwitserland bedraagt dat percentage 1,2 procent. Daarentegen woont 60 procent van de Wallisers in een eigen huis, terwijl dat landelijk gezien maar zo'n 30 procent is. Wallis heeft een beroepsbevolking van bijna 90000 personen. De werkloosheid is zeer gering. Vroeger was vrijwel iedereen werkzaam in de agrarische sector (veeteelt en akkerbouw). In het midden van de vorige eeuw ontstond het eerste toerisme in Wallis. Het waren vooral de Engelsen die Wallis als vakantiebestemming kozen. Grote stenen hotels uit de vorige eeuw herinneren op veel plaatsen nog aan de opkomst van dit eerste toerisme. Nu is de toeristenindustrie de belangrijkste bron van inkomsten. Spottend zegt men wel eens dat de toerist de melkkoe van de Wallisers geworden is. Experts verwachten nog eens een verdrie- tot vervijfvoudiging van het aantal toeristen in de nabije toekomst. Eén derde van de beroepsbevolking is werkzaam in het toerisme, waarbij een gedeelte overigens slechts indirect, zoals in de bouw. Van de beroepsbevolking in de bouw is namelijk bijna de helft actief voor de toeristenindustrie. Daarnaast werkt 15 procent van de beroepsbevolking in de industrie, waarvan één derde (circa 5500 werknemers) in de chemische industrie. Wallis speelt een belangrijke rol in de energievoorziening van Zwitserland. De grootste stuwmeren (Lac des Dix, Lac d'Emosson) liggen binnen Wallis. Zo levert Wallis 22 procent van de totale Zwitserse energiebehoefte, en door het geringe eigen verbruik kan 65 procent van de opgewekte energie aan andere kantons (en aan het buitenland) geleverd worden. De agrarische sector wordt verdeeld in een kwart veeteelt en drie kwart tuin- en akkerbouw. Wallis is de grootste wijnproducent van Zwitserland, terwijl een derde van de in Zwitserland geproduceerde groenten en vruchten uit Wallis komen (asperges, kersen, abrikozen). Het agrarisch beroep wordt tegenwoordig nog maar door zo'n 4000 boeren full-time uitgeoefend, terwijl er daarnaast ruim 30000 boerenbedrijven zijn die parttime gerund worden.